Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide de koning tot Zadok: Breng de ark Gods weder in de stad; indien ik genade zal vinden in des HEEREN ogen, zo zal Hij mij wederhalen, en zal ze mij laten zien, mitsgaders [47]Zijn woning. 47. Anders, haar woning; namelijk der ark. Versta, den tabernakel, waar de ark te dien tijde in gesteld en God dienvolgens aldaar op een bijzondere wijze met zijn genade tegenwoordig was. Zie boven, hfdst.6 vs.17.